ADRES : B660
NAAM :
IN DE PLOEG
STRAAT : Molenstraat
ADRES VOOR 1830 :
B508
KADASTERNUMMER :
1078
Nijmeegsche Almanak 1835:
"In de Ploeg" gelegen
in de Molenstraat, eigenaar v.d. Lindenhout.
Uit de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel van 1832 van het
kadaster: Eigenaar van het kadasternummer 1078 is Nicolaas Hendrik van 't
Lindenhout, beroep tapper.
Nijmeegsche Courant woensdag 31 mei 1837:
Een adres van Adrianus Smits, meester smid, wonende alhier aan de Begijnengas, houdende verzoek om vergunning tot het oprichten van een smederij in de stal of pakhuis, schietende achter zijn huis en erf aan dezer stads Molenstraat, wijk B nr. 660, gelegen tussen de huizen en erven van de heer Van der Lisse en de molenmaker Heezen.
Nijmeegsche Courant woensdag 2 augustus 1837:
Een adres van Adrianus
Smits, meester smid, alhier woonachtig, houdende verzoek om vergunning tot het
oprichten van een grofsmederij in het huis en erf, gelegen aan dezer stads
Molenstraat, wijk B nr. 660, tussen de erven van de heer Van der Lisse en de
molenmaker Heezen.
BRON: Numaga 1982 blz. 26;
Op
19 mei 1837 wendde Adrianus Smits, geboren 31 maart 1799 te Hees, zich tot de
Raad met het verzoek om in het pand Molenstraat, wijk A nr. 660 [na onderzoek
in de kadastrale boekhouding blijkt dat te moeten zijn wijk B nr. 660], een
smederij te mogen vestigen. Voordat de goedkeuring van de Raad kwam moest
Adrianus nog enige malen in de pen klimmen, daar zijn buren Duys en Nas, nogal
wat bezwaren tegen deze vestiging hadden. Nas motiveerde zijn bezwaren door te
stellen, dat de huurwaarde van zijn huis aanzienlijk zou dalen
"veroorzaakt door het gedruisch met de uitoefening van dat ambacht". Verder
is de rookontwikkeling een probleem voor hem, want hij zou zo verhinderd worden
de ramen van zijn huis te openen. Tevens was hij als kolenhandelaar zeer
verontrust, dat een brand hem geheel zou ruļneren, daar zijn kolenvoorraad
dicht bij de smederij lag. Uiteraard liet Adrianus het hierbij niet zitten en
berichtte de Raad, dat hij afdoende maatregelen zou treffen om al deze gevaren
te verminderen. Nas bleef toch in zijn bezwaren volharden, maar ondanks deze
protesten kreeg Adrianus toestemming een smederij bij zijn huis te mogen
oprichten. Alhoewel er tot op dat moment in de stukken niet wordt gesproken
over een brandspuitmakerij, kreeg dit huis de naam "De Brandspuit".